Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [47]Span de snelle dieren aan den wagen, gij inwoners van [48]Lachis! (deze is der dochter Sions het [49]beginsel der zonde) want in u zijn [50]Israels overtredingen gevonden. 47. Hebr. bind of span, [het Hebr. woord wordt alleenlijk hier alzo gevonden] de wagen aan, of met het snelle dier, of kemel, of paard, postpaard. loper, of muilezel. Zie 1 Kon.4:28. De profeet wil zeggen: haast u vrij om te vluchten voor de aankomst van de Assyriers, die u zullen komen belegeren, het zal u niet helpen. Zie 2 Kon.18:14,17 en 2 Kon.19:8. 48. Zie 2 Kon.14:19. 49. Hieruit nemen sommigen af dat deze stad de eerste geweest is in Juda, die de afgoderij van Israel of van de tien stammen heeft nagevolgd, en met haar voorbeeld Jeruzalem, en alzo voorts de andere, verdorven. Anderen duiden het op de afval van Davids huis, waarin zij de tien stammen gelijk zou geworden zij, omdat zij hun eigen koning Amazia [die voor de samenzweerders daar binnen gevlucht was] heeft laten ombrengen. Beide kan onder deze woorden wel begrepen zijn, alzo, dat zij eerst afgodisch met de tien stammen geworden zijnde, ook voorts hun eigen koning ontrouw is geworden, en hem, de koning van Israel en de samenzweerders ten gevalle, verraderlijk heeft laten vermoorden, dewijl de koning Israels tegen Amazia krijg voerde, en vermoedelijk deze moord [naar de wijze van het verdorven Israel] gesticht had. Zie 2 Kon.14:15,19. 50. Dat is, van de tien stammen. Zie de voorgaande aantekening aldaar.